Algemene informatie over de huismus
Informatie
Zelfs mensen die niets met vogels hebben, geven toe geschrokken te zijn van het nieuws dat de huismus hard achteruit gaat in Nederland. Huismussen horen zo bij het straatbeeld dat het zonder hen opeens opvallend steriel is. Nu is het niet zo dat de huismus opeens een bijzondere vogelsoort is geworden. Nog altijd kunnen huismussen op veel plaatsen worden aangetroffen. Hoewel huismussen typische zaadeters zijn, worden de jongen gevoerd met allerlei insecten, welke de noodzakelijke eiwitten voor de groei van de jongen leveren.
Algemeen
- Overige namen
- House Sparrow , Passer domesticus
- Orde
- Passeriformes
- Familie
- Mussen (Passeridae)
- Status
- Jaarvogel. Uiterst talrijke broedvogel; standvogel
- Europese verspreiding
- De huismus komt in geheel Europa voor. In Italiƫ en op Sardiniƫ komt de Italiaanse mus voor; een aparte soort.
Leefomgeving en voedsel
- Biotoop
- Akkers, cultuurlandschappen, park en tuin, weilanden (uitgestrekt)
- Voedsel- en broedbiotoop
- Huismussen zoeken hun voedsel, dat voornamelijk uit bessen en zaden bestaat, op de grond. Daarbij hippen ze op een karakteristieke manier, als een stuiterende pingpongbal, in het rond. Huismussen stellen prijs op een rommelige menselijke omgeving, met struikgewas, schuren, weilanden met vee, gemorst graan en zo verder. Het nest wordt gemaakt in holten van bomen, in nestkasten, onderdakpannen en in gaten en kieren van gebouwen. Het slordige nest bestaat uit takjes, stro, veertjes en hondenharen.
- Voedsel
- Zaden, bloemknoppen, knoppen, brood, bessen, pinda's vetbollen en insecten
Broeden
- Broedperiode
- Eind maart - augustus
- Koloniebroeder
- Broedt in los kolonieverband
- Aantal legsels
- 2 tot 3 legsels
- Aantal eieren
- 4 - 6 eieren
Herkenning
- Opvallende kenmerken
- Mannetje heeft een grijs petje en een zwarte borst
- Gedrag
- Mussen zijn echte sociale vogels en leven dan ook in groepen. De hele dag onderhouden ze deze sociale contacten door voortdurend te tjilpen. Tijdens het paren zet het mannetje zijn veren op en steekt zijn staart om hoog en loopt voortdurend rondjes om het vrouwtje.
- Kleed
- Het mannetje heeft een grijs petje met roodbruine zijden, grijze wangen en een grijs onderlichaam. De zwarte bef en borst varieren per individu in grootte. Dominante mannetjes heben meer zwart dan mussen lager in de rangorde. Op de vleugel zit een brede witte vleugelstreep. Het vrouwtje heeft een doffer uiterlijk en een vrij egale koptekening.
- Formaat/ lengte
- 14 - 16 cm
- Snavel
- Mannetje heeft een donkergrijze kegelvormige snavel, bij het vrouwtje is de snavel lichter en geliger van kleur.
- Poten
- Korte leverkleurige poten
Maak jouw eigen website met JouwWeb